Geschiedenis moet je doen en beleven! Door te dansen en te spelen over de geschiedenis van de Zaanstreek leren de leerlingen deze eens op een heel andere manier te ervaren.
Onderwerpen: Het water van de Zaan, de molens, Claes Compaen en zijn zeerovers, de legende van Lambert Melisz, het bezoek van Tsaar Peter, De Verkade albums, de eerste supermarkt, de Februari Staking, de nieuwe Zaankanters. Dit zijn de thema's die in de dansvoorstelling, gedanst door de leerlingen, voorbij komen.
Zo ontstaat er een dwarsdoorsnede van de geschiedenis van de Zaanstreek. En maken leerlingen en publiek kennis met de rijke geschiedenis van de Zaanstreek.
Deze productie is mogelijk gemaakt dankzij de subsidieregeling Amateurkunst en Culturele Activiteiten Zaanstad.
Zaans Verleden
De leerlingen studeren o.l.v. docenten van de Kunstbrigade in twee repetities een dans in. Op de voorstellingsdag komen al deze dansen bij elkaar en vormen zo een bloemlezing van de Zaanse geschiedenis.
Kostuums
Mede dankzij subsidies heeft de Kunstbrigade speciaal voor deze voorstelling prachtige kostuums kunnen aanschaffen. De Kunstbrigade zorgt daarmee voor historische aankleding van alle groepen.
Dansonderdelen
De Zaan en de Molens, de eerste Zaankanters, Claes Compaen, Lambert Melisz, Tsaar Peter, Rangen en Standen, De Verkade albums, de opkomst van de supermarkten, Februaristaking, Nieuwe Zaankanters.
Duur activiteit: 2 repetities per groep, generale repetitie en voorstelling.
In de twee weken voorafgaand aan de voorstelling studeren de dansdocenten van De Kunstbrigade op School met iedere groep in twee repetities een dansonderdeel in. Op de dag van de voorstelling heeft iedere groep eerst een generale repetitie van 15 minuten. Tenslotte komen alle groepen bij elkaar voor een prachtige voorstelling voor publiek.
Aantal groepen per voorstelling: per voorstelling maximaal 9 groepen. Bij meer groepen meerdere voorstellingen.
Doel:
Bij dit project is digitaal lesmateriaal ontwikkeld waarmee de leerkracht de leerlingen kan voorbereiden.
Tijdsinvestering:
Zie boven
Opmerkingen:
Minimaal 3 groepen per school. Maximaal 9 groepen per voorstelling. Bij meer groepen meerdere voorstellingen.
Voor de repetities is een speellokaal of gymzaal nodig.
Voor de voorstelling een gymzaal of sporthal